Hoe pootaardappelen Firdgum bereikten én verlaten

De aardappel dook in Friesland voor het eerst op tussen 1680 en 1720. De verschijning van deze zetmeelrijke knol valt zeer waarschijnlijk samen met de komst van religieuze vluchtelingen uit Frankrijk, Zwitserland en Duitsland. In deze landen werd de aardappel al langer verbouwd.

In eerste instantie beperkte de omvang van de teelt zich tot enkele planten in moestuinen rondom Harich, Ruigahuizen, Wyckel en Sondel in Zuidwest Friesland. Hier streek in 1684 namelijk een bont gezelschap van protestantse arbeiders, boeren, predikanten en bankiers neer. Deze zogenaamde Hugenoten waren gevlucht uit Frankrijk vanwege het intolerante beleid tegenover niet-Roomse gelovigen. Ook vanuit andere streken kwamen er vluchtelingen naar Friesland. 

Sindsdien is het gewas nooit meer verdwenen uit Firdgum en omstreken

In 1711 werden er landerijen aangekocht in Surhuisterveen, Gorredijk en Bakkeveen voor Protestantse gelovigen uit de Palts, één van de voornaamste kerngebieden van waaruit de aardappelcultuur zich tussen 1690 en 1710 heeft verbreid. Enkele decennia later was de aardappel de moestuin ontgroeid. Volgens een overlevering van rechtsgeleerde Mr. Jacobus Scheltema uit Franeker werd er in 1761 ergens tussen Firdgum en Tzummarum voor het eerst een groot veld met aardappelen gepoot. Voorbijgangers klapten uit enthousiasme in hun handen bij het zien van “een geheel stuk aardappelland”. Sindsdien is het gewas nooit meer verdwenen uit Firdgum en omstreken. De aardappelplanten deden het uitstekend in de zavelige akkergronden langs de waddenkust. Rond 1770 was er al sprake van uitvoer vanuit Barradeel, ’t Bildt en Menaldumadeel naar de Hollandse steden. Het selecteren van poters kwam in het begin van de negentiende eeuw op gang en leidde uiteindelijk tot een gespecialiseerde pootgoedteelt.

Van Firdgum naar Harlingen of Rotterdam voor een lange intercontinentale bootreis

Tegenwoordig gaan de poters uit Firdgum de hele wereld over. Zo oogst de familie Vogels per jaar zo’n 3500 ton pootaardappelen en 1200 ton consumptieaardappelen. Omgerekend zijn dat zo’n 188 vrachtwagens die jaarlijks de dorpsgrenzen van Firdgum passeren. De aardappelen worden in zakken – van 50 kilo, of in zogenaamde bigbags van 1250 kilo – per vrachtwagen naar Harlingen of Rotterdam gebracht. Vanaf daar beginnen ze aan hun lange intercontinentale bootreis naar landen als Algerije, Egypte, Syrië, Libanon, Marokko, Israël, Irak, Saoedi-Arabië en Cuba. Dichterbij worden de aardappelen ook wel in bulk vervoerd binnen Nederland of naar België en Duitsland. Daarnaast wordt er nog geleverd aan Engeland, Spanje, Portugal, Frankrijk, Italië, Griekenland, Turkije, Slovenië, Bosnië en Herzogovina, Polen, Rusland en Oekraïne.

Tekst: Jeroen Wiersma
Foto: Jonathan Andrew