Update archeologisch onderzoek Godlinze, Warffum en Wijnaldum

Door: archeoloog Gerard Aalbersberg

Wijnaldum: terp stuk groter dan gedacht

In april is er aan de zuidkant van Wijnaldum een kleinschalige opgraving gedaan. Met deze opgraving is een opvallend verschijnsel, dat uit eerder booronderzoek bekend was, onderzocht. Het gaat om een dun humeus laagje op enige diepte onder maaiveld, waarvan verwacht werd dat het om een akkerlaagje uit de Romeinse tijd gaat. Uit de vondsten die tijdens de opgraving zijn gedaan blijkt dit laagje echter veel jonger te zijn, en uit de Middeleeuwen te dateren. Hoe het laagje ontstaan is, is nog niet helder. Analyses van het laagje en de lagen die eronder en -boven liggen moeten hier meer duidelijkheid over geven. Wat al wel duidelijk is, is dat de bovenste 60 cm van het profiel niet uit natuurlijke kwelderafzettingen bestaan (zoals eerder werd aangenomen), maar als terplaag geïnterpreteerd moeten worden. Vondsten uit deze laag wijzen erop dat deze laag waarschijnlijk in de 13e/14e eeuw na Chr. is opgeworpen. Dit betekent ook dat de terp van Wijnaldum een stuk groter is dan gedacht. In deze jongste terplaag is een leuke vondst gedaan, namelijk het zo goed als complete skelet van een hond. Deze vondst bevestigt de interpretatie van de laag als terplaag; huisdieren werden namelijk niet op een akker maar op het erf begraven.

archeologie_warffum_16-10-2016-4Warffum en Godlinze: wierden met twee delen

De archeologische onderzoeken in Warffum en Godlinze zijn van start gegaan, en het veldwerk, met name boringen, begint interessante resultaten op te leveren. In beide dorpen lijkt de wierde opgebouwd in twee delen: een mestrijke basis en een schonere, kleiige of zandige top. Dit patroon is ook al in Ulrum waargenomen. In dit opzicht interessant is dat uit andere bronnen bekend is dat deze wierden niet even oud zijn. Onderzoek van de opgeboorde scherven, aangevuld met andere dateringen, moet uitsluitsel gaan geven of deze fasering overal gelijktijdig is, of dat er per wierde verschillen zijn.

Een ander aspect dat steeds meer vorm krijgt, is het onderzoek naar bewoning en landgebruik van de kwelders en kwelderwallen onder de wierden. In verschillende boringen zijn sloten onder de wierde aangeboord; daarnaast lijkt de top van de kwelderafzettingen hier en daar vertrapt of misschien wel als akker gebruikt. Als zulk landgebruik inderdaad aangetoond kan worden, is daarmee weer een stukje van de puzzel van de ingebruikname van het kwelderlandschap gevonden.

In het kader van de Nederlandse Archeologiedagen is in het weekend van 15 en 16 oktober een kleine demonstratie-opgraving uitgevoerd op het terrein van Openluchtmuseum het Hoogeland in Warffum. Door middel van twee handgegraven putjes van 2 x 1 m is hier uitleg gegeven over het onderzoek op wierden en archeologische onderzoeksmethoden, zoals het dateren van lagen aan de hand van vondsten. Hoewel de diepte van de putjes natuurlijk beperkt was, was in één van de putjes wel een Middeleeuws slootje te zien. Zulke vondsten zijn, naast scherven en andere tastbare resten, leuk om te laten zien, maar ook een welkome bevestiging van de gegevens uit boringen en de ideeën die over terpopbouw en –gebruik geformuleerd zijn.